Om deze vraag te beantwoorden, is hier een overzicht van de rapporten over de situatie van sekswerkers op de Wallen en in Nederland in het algemeen.
Rapporten over misbruik in de prostitutie (van hoge schatting naar lage schatting)
KLPD: Schone Schijn (2008): 50 tot 90% van de prostituees werken onder dwang.
Bron: waarnemingen van zes politiemedewerkers. Deze bron is vrij onbetrouwbaar, omdat dit een laag aantal is, de politie niet altijd een goed beeld heeft van de situatie, en er geen interviews met prostituees zijn agenomen. Opvallend is dat het rapport niet meer online staat.
Bureau Beke: Kwetsbaar Beroep (2010): 30-40%. Gebaseerd op schattingen door de politie. Deze schatting is een ruwe schatting, en ook niet de focus van het onderzoek. Acht procent van de ondervraagde vrouwen geeft aan door te gaan met prostitutie omdat zij worden gedwongen, wat dichtbij de percentages misbruik onder sekswerkers uit de overige onderzoeken ligt.
ASO: De Amsterdamse Prostitutie Monitor (2010): 10%. Dit getal is afgeleid uit enquêtes onder 94 raamprostituees. Dit is een vrij laag aantal voor statistisch onderzoek. De enquetes zijn wel anoniem afgenomen, wat de betrouwbaarheid verhoogt.
Scharlaken Koord. 8%. Scharlaken Koord is een christelijke hulporganisatie voor sekswerkers. Voor hun onderzoek ondervroegen zij 220 sekswerkers. Het onderzoek is offline gehaald.
Regioplan Evaluatie Opheffing Bordeelverbod (2006). 8%. Dit onderzoek is gedaan onder 354 sekswerkers (waaronder 11 mannelijke prostituees).
De Nationale Rapporteur (2013). De Nationale Rapporteur brengt jaarlijks een verslag uit over de prostitutie in heel Nederland. In 2013 werd het aantal gevallen van misbruik op 1437 vastgelegd, wat neerkomt op 7.3% van alle sekswerkers. Hierbij werden alle gevallen meegenomen waarbij er sprake was van verdenking van misbruik, wat dus een ruwe schatting oplevert. Soms is er geen sprake van misbruik waar er wel een verdenking is, en soms worden gevallen van misbruik over het hoofd gezien.